Van kostprijs gericht naar dierenwelzijn gericht

Mooi toch, koeien die hun behoefte kunnen uitvoeren, namelijk grazen. Zoals je kunt lezen in mijn vorige blog is het zeer ongebruikelijk om dieren afkomstig uit de melkveehouderij, gehouden voor het vlees, ook buiten te laten. Daar zijn verschillende redenen voor. Het is namelijk niet erg efficiënt om ze buiten te laten. Ze groeien minder snel dan dat je ze op stal houdt. Op stal heb je namelijk veel meer controle over wat ze eten. Daarnaast moet je aardig wat land hebben als je veel dieren hebt en ze allemaal buiten wil laten. Want als je in verhouding veel dieren op een stukje gras houd dan zal het gras snel verdwenen zijn en verandert het al snel in een modderpoel. De afweging word dan al snel, de dieren binnen houden is makkelijker, goedkoper, efficiënter en je hebt sneller resultaat.

Van kostprijs gericht naar eigen afzetmarkt

Aangezien ruimte schaars is in Nederland is de trend wel gekomen hoe meer dieren je houdt op het hetzelfde oppervlak hoe lager je kosten per dier zijn. Je zult als boer wel moeten focussen op kostprijs verlaging omdat je op de opbrengstprijs geen enkele invloed hebt. Als ik mijn dieren zou leveren aan de huidige markt zou ik ze ook nooit buiten kunnen laten. De kosten zijn dan namelijk vele malen hoger dan de opbrengsten.

Daar zit dus ook gelijk het probleem maar ook de oplossing. Het betekent dat ik op zoek moet gaan naar een eigen afzetmarkt waarin consumenten bereid zijn een diervriendelijke prijs te betalen. Het grappige daarvan is dat je dan een hele hoge prijs verwacht die je moet betalen als consument. Terwijl deze in werkelijkheid vergelijkbaar is aan met die van de supermarkt. Hoe dit komt? Omdat de marges die gemaakt worden, van slachtrijp dier wat bij mij vertrekt totdat het in de supermarkt ligt, aanzienlijk groot zijn. Het probleem is alleen dat dat geld niet bij de boer terecht komt maar bij alle tussenschakels.

Hoe krom het ook klinkt dierenwelzijn hangt dus voor een stuk wel samen met geld. Dat hoeft niet perse negatief te zijn, maar als we het willen veranderen zal het verdienmodel moeten veranderen. Je kunt je dus ook afvragen wat het betekent als supermarkten gaan stunten met hun vlees prijzen…

Buitenlandse markt 

Een ander punt waardoor we als consument weinig mee krijgen van de sector is dat bijna al het vlees naar het buitenland gaat. Het gros van de kalveren wordt verkocht als kalfsvlees. Kalfsvlees in Nederland is niet zo populair. Waarom laten we de dieren dan niet langer leven en maken we er rundvlees van? Als we namelijk onze eigen dieren geboren in Nederland gaan consumeren betekent dat minder transportbewegingen. Minder gesleep met dieren, minder gesleep met vlees. Betekent ook dat we geen vlees uit het buitenland hoeven te halen waar totaal niet van bekend is waar het vandaan komt, laat staan hoe de dieren gehouden zijn.

Een biefstuk uit Uruguay klinkt erg mooi maar we moeten ons afvragen of we dat nog wel moeten willen. Want stel dat we toch blijven kiezen voor buitenlands vlees, gaan de kalfjes die hier geboren worden dan straks naar het buitenland om daar verder op te groeien en eten we hier onbekend vlees uit Brazilië? Of kiezen we ervoor om de kalfjes af te maken die hier geboren worden? Omdat er geen markt meer voor is? Nu de horeca dicht is wordt er helemaal geen kalfsvlees meer geconsumeerd in de restaurants.

Kringloop landbouw

Vast wel eens gehoord van het woord kringloop landbouw. Een populaire term tegenwoordig. In deze vorm van landbouw blijft alles wat er in de kringloop zit in hetzelfde cirkeltje. Het is een van de doelstellingen in de toekomst in de Nederlandse landbouw. Laten we dan beginnen met kalfjes die in Nederland geboren worden ook in Nederland te laten opgroeien, slachten en hier te consumeren. Dus wil je graag vlees blijven eten help dan de kringloop te sluiten door vlees te eten van dieren die hier geboren zijn, gehouden en geslacht zijn. Koop je vlees van Blije Buiten Beesten dan zit je goed. www.blijebuitenbeesten.nl